Eigenlijk is het niet te doen: naast je gewone werk en bezigheden 1667 woorden schrijven aan een nieuw verhaal. Maar ik ga er weer voor en hoop echt dat ik dit jaar op 30 november de 50.000 woorden haal. Waarom? Omdat het november is en november betekent: NaNoWriMo!
Nooit meer doen! Of toch wel?
Een schrijfdocent bezwoer me ooit om hem te beloven met mijn hand op mijn hart dat ik nooit en te nimmer weer zou meedoen aan een schrijfmarathon, zoals deze. Waarom niet? Hij vond het gewoon een idiote manier om een verhaal te schrijven, zonder richting, zonder plot en vooral zonder plan. Ik heb hem vriendelijk bedankt voor zijn advies, maar trek me er nog steeds niets van aan. Ik houd van schrijfmarathons. Al mijn boeken zijn er ontstaan. En het is waar: het eindproduct na 30 dagen als een dolle tikken is nog geen kant en klare roman. Maar dat is ook niet de bedoeling. Het idee is dat je aangespoord door de wetenschap dat er wereldwijd duizenden mensen net als jij deze maand als dollen zitten te schijven, een fijne versie produceert. En daarmee ga je dan later lekker aan de slag.
Twee keer een nano-winner
Wie mij een beetje kent, weet ook dat ik al vaak meegedaan heb aan deze schrijfmaand om soms al na twee dagen te stranden. Twee keer heb ik de eindstreep wel gehaald: in 2009 met mijn broddelmanuscript Middelwoud en in 2013 met mijn detectiveverhaal. Een keer heb ik de 30.000 woorden gehaald met wat later Ren, Janina, ren! is geworden. De marathons in maart met een select groepje schrijvers heb ik wel steeds voltooid. Als er mensen met je meelezen, is dat motiverend. Bovendien hoef je dan maar 30.000 woorden te schrijven, dat scheelt aanzienlijk. Ook Leegland en Zonderland heb ik deels geschreven tijdens een marathon.
Rebels aan de slag met Anderland
Dit jaar doe ik weer een moedige poging om mijn manuscript Anderland uit te breiden. Ik heb al een versie geschreven in maart en die breid ik nu verder uit. Zo ben ik al begonnen met een totaal ander begin en weet ik dat ik nog een volledige verhaallijn ga toevoegen. Zeker is ook dat ik grote delen tekst kan overnemen, maar niet zonder ze grondig te herschrijven. Dat ik al een basis heb, is fijn. Eigenlijk is dat niet de bedoeling van de NaNoWriMo-bedenkers, maar ik ben in die zin een rebelse deelnemer.
Makkelijker met Chat GPT? Dat nooit!
Nu kun je je afvragen of het niet veel makkelijker is om Chat GPT 50.000 woorden te laten uitbraken in een halve dag. Scheelt je een maand zwoegen. Ja. Dat kan. En misschien bevat die eerste versie net zoveel bagger als de versie die ik na 30 dagen mijn vingers blauw tikken produceer. Maar waarom zou ik dat doen? Waarom zou ik een AI vragen om te doen wat ik zelf het allerleukste vind, namelijk creatief schrijven? Ik moet er niet aan denken.
De zware klim naar de top van de berg
Schrijven is zoveel meer dan woorden produceren. Schrijven is leven in en met je verhaal, elke dag weer. Schrijven is blij zijn als door de druk van elke dag moeten schrijven de meest bijzondere ideeën in je hoofd oppoppen en op je beeldscherm verschijnen. Het is de flow waar je energie van krijgt. De triomf als je na een paar dagen wanhopig worstelen met je personages opeens een uitweg ziet. Meedoen aan NaNoWriMo is zeker zwaar en niet voor niets geef ik het meestal op na een paar dagen. Dit keer zet ik echt door, zeg ik nu. Net als vorig jaar. Ik ben in ieder geval weer begonnen met de klim van de nanoberg en ik hoop jullie toe te kunnen zwaaien vanaf de top op 30 november. Tot dan!
PS. Ook als ik halverwege de berg aan de kant van de weg blijf zitten, komt Anderland er zeker: dan schrijf ik gewoon stug door. Niet elke dag maar met even veel plezier.